Hoedenmaker Daffy de Vyldre ging in de leer bij de designer van de hoofddeksels van prinses Diana, richtte de International Hat Academy op en gooit met zijn eigen collectie (prêt-à-porter en couture) hoge ogen in de internationale modewereld. Je zou het niet verwachten, maar de Vlaming zit met zijn atelier gewoon in Tilburg. “Mensen zeggen weleens: o, je bent hoedenmaker. Kent gij dan ook dat atelier aan de Lanciersstraat? Euh ja, dat ben ik.”
Wilde je altijd al hoedenmaker worden?
“Nee, als klein jongetje wilde ik modeontwerper worden. Daar valt geen brood in te verdienen, zei mijn familie. Daarom ben ik aan de hotelschool gaan studeren, waarna ik bij Holiday Inn kwam te werken. Na een jaar dacht ik is dit echt wat ik heel mijn leven wil blijven doen? Het is heel leuk om feesten en partijen te organiseren, maar dat modegehalte dat bij ons in de familie zit trok mij gewoon veel meer. Daarom ben ik in de avonduren mode gaan studeren. In de derde les kwam een vrouw vertellen over haar vak als hoedenmaker. Zij vertelde dat zo gepassioneerd. Ik wist gelijk: dit wil ik wel heel mijn leven blijven doen. Ik ben direct van richting veranderd.”
Je staat in de modewereld bekend om je extravagante ontwerpen. Is dat altijd al zo geweest?
“Ja, op de opleiding leerden wij hoe hoeden in Parijs worden gemaakt. Dat commerciële werd er echt ingestampt. Nou, dat had ik na twee zwarte hoeden en een blauwe wel gezien. Ik experimenteerde al snel met kleur, maar ook met hoe ik materialen gebruik. Niet vanuit de gedachte wat kan ik voor het materiaal betekenen, maar wat kan het materiaal voor mij betekenen. Ik knipte hoeden door midden of verbrande de stof met een gasbrander. Eigenlijk ben ik afgestudeerd met een collectie waar de modewereld nog niet klaar voor was. Mijn werk was groter, had bredere randen en vooral veel kleur.
België loopt tien jaar achter op modegebied ten opzichte van Nederland. Hoe verder weg je zit van het klassieke Parijs, hoe meer er geëxperimenteerd wordt. De klassieke mode richt zich veel op vorm en gratie, maar ik weet niet of dat altijd beter is.”
Wat hoop je nog te bereiken in de mode?
“Nu verkoop ik mijn hoeden voornamelijk in mijn eigen showroom aan de Lanciersstraat 52 te Tilburg. Er zijn ondertussen al enkele adressen waar mijn werk verkocht word, maar ik droom er nog van om mijn werk gewoon in het straatbeeld te zien. De ultieme droom is toch nog wel een eigen show, waarin ik met verschillende disciplines mijn werk kan laten zien aan het grote publiek. “
Wat inspireert jou?
“Ik word geprikkeld door verhalen van anderen. Door de wilskracht die mensen hebben. Sommige stukken zijn geïnspireerd op de levenservaring van mensen die ik ken. Ik wil niet dat mensen weten wat ze voor mij betekenen, want ik wil gewoon met ze kunnen lachen. Mijn hoeden zijn als het ware hersenspinsels die ik kwijt moet kunnen. Soms ben ik zo geïnspireerd dat ik niet kan slapen. Dan word ik midden in de nacht wakker en ga ik aan het werk. Af en toe houd ik mijn inspiratie extra lang vast totdat ik barst. Ik kan dan dagen experimenteren totdat het zodanig perfect is dat ik tevreden ben.”
Is de modewereld nog steeds niet klaar voor Daffy de Vyldre?
“Sinds kort slaat mijn werk aan in de modewereld. Ik ben al vijftien jaar bezig, maar nu begint het voor mijn gevoel pas echt te lopen. Ik heb nog lang niet bereikt waar ik wil zijn. Inmiddels is mijn werk wel verschenen op de fashionweek in Dubai en heb ik een show ondersteund in Parijs. Mijn label De Vyldre verkoop ik vanuit mijn atelier in Tilburg. Dan heb ik het over sjaals, maar ook hoeden die al beginnen met een prijs van 200 – 250 euro. Die prijs wil ik niet omhoog gooien, omdat ik nu ineens succesvol ben. Ik wil toegankelijk blijven. Nou ja, 200 euro is voor veel mensen nog steeds een hoop geld, maar niet wat je van een ambachtelijke hoedenmaker verwacht. Zo kwam een achttienjarige jongen een keer met zijn spaarcenten bij mij terecht om weer een product te kunnen kopen. Hij had net niet genoeg, maar ik zei och, neem hem mee. De eerste drie seconden waarin een tevreden klant mijn werk op zijn hoofd zet, zijn voor mij goud waard. Of dat nou een gekroond of een gewoon hoofd is, boeit mij niet.”
Hoe ben je in Tilburg beland?
“Ik maak mijn hoeden op een houten mal, een proces wat nog maar door zo’n vijf bedrijven in de wereld wordt gedaan. Deze ambacht heb ik doorgekregen van een mallenmaker uit Zuid-Nederland, Hoedenmallen Van der Broek. Deze stad doet mij denken aan het Hasselt waar ik opgroeide. Ook het huis waar ik nu woon lijkt op dat waar ik vroeger woonde, al is dit pand mooier. Per toeval is dit de juiste plek, ik grap wel eens dat alles vanaf hier een binnen een uur te bereiken is. Berlijn, Londen, Parijs en de International Hat Academy in Den Haag.”
Wat zijn de mooie plekjes in Tilburg?
“Biku, daar heb ik ook mijn hoedencollectie voor 2016 gepresenteerd. Ik ken daar bijna iedereen. Het geeft mij dat huiskamergevoel. Ik kom daar graag voor een kop koffie of om een praatje te maken. Qua ambacht zit er veel in Tilburg. Zelf werk ik samen met Monique van Munster van atelier By Monique. Wat een engelengeduld heeft die vrouw. Zij borduurt parels en pailletten op stoffen. Zo ontzettend mooi! Echt Frans erfgoed en haar zaak zit gewoon in het Dwaalgebied. Meneer en Mevrouw van Hout + MINT komt ook in mij op. Bulk verkoopt niet meer. Kijk maar naar de Heuvelstraat die leeg loopt. Het wordt steeds individualistischer, wij willen een eigen stempel op iets drukken.”
Modeshows van jouw formaat worden vaak gegeven in wereldsteden als Parijs. Waarom besloot jij jouw hoedencollectie van 2016 hier in Tilburg te presenteren?
“Ik kies er heel bewust voor om in Tilburg te blijven. Daar waar je, je goed voelt moet je lekker blijven zitten. Ik krijg hier geen scheve blik om mijn gekke fratsen of ideeën. Ik kan hier echt mijzelf zijn. In België stond ik bekend als een rebel en dat vind ik geen prettig label. Hier in Tilburg ben ik nog steeds de Mat Hatter, maar daar kan ik mee leven.”